GEEL

Geel


Onderzocht door Gil Geerings

Het verhaal van de slag om Geel kan vanuit verschillende standpunten verteld worden. Ieder had zo wel zijn versie van wat hij meemaakte en van wat hij zag. Het is dan ook moeilijk om een juiste samenvatting te maken van al deze verhalen. Hieronder een algemeen verslag van enkele feiten.

September 1944


i

Verzet


Tijdens de oorlog hadden de Duitsers in Geel net zoals in andere gemeenten last van sabotage. Zo werd de spoorweg op meerdere plaatsen meermaals gesaboteerd, maar ook werd getracht het transport over het Kempisch kanaal te belemmeren. Een sabotage van Sas 7 mislukte echter. In het holst van de nacht probeerde men de sluisdeuren tot ontploffing te brengen, maar de springstof werd niet goed bevestigd en viel in het water. Succesvolle sabotagedaden werden steeds zwaar afgestraft, maar men ondervond dat de straffen steeds grimmiger werden. Zeker tijdens de zomermaanden van 1944. De Duitsers waren zenuwachtiger dan gewoonlijk en de gemeente kreeg voor het eerst te maken met terugtrekkende Duitsers. Het lied dat de Duitsers destijds zongen 'Wir fahren nach Engeland, nach Engeland!' werd nu door menig vaderlandslievende  burger geneuried: 'Wir fahren nach Deutschland, Nach Deutschland'.


Elk vervoermiddel werd in beslag genomen door het terugtrekkend leger en alles wat van enige waarde was, werd meegezeuld. De terugtocht van de Duitsers werd een ware plundertocht. Enkele plaatselijk gestationeerde Wehrmachtsoldaten deserteerden en probeerden tevergeefs  mee te liften. Plots bereikte een bevel van de organisatie Todt de gemeente. Ze eisten een duizend man op voor verdedingswerken aan het Albertkanaal. Iedereen wist van een nakende bevrijding en dus kwam zo goed als niemand opdagen. Het was duidelijk: de Duitsers hadden minder vat op de Gelenaars. Overal in de gemeente waren er "kleine" vormen van verzet. Artilleriegranaten werden in mesthopen verstopt, rommelasperges die overal in de velden stonden werden in stukken gezaagd of gehakt.


In Geel-Ten Aard stonden ook enkele rommelasperges en op 6 september '44 werden 3 burgers op heterdaad betrapt door een Duitse offcier. Zonder proces werden ze ter plekke neergeschoten. Een vader en zijn zoon stierven, maar de derde persoon liet zich tijdig vallen en kon later, slechts licht gewond, zich uit de voeten maken. Foto © Goofster



Nabij de Statie, in de gemeentelijke jongensschool werd een Duits magazijn leeggeplunderd. Een vader werd uit zijn huis gesleurd omdat zijn zoon bij een arrestatie kon gaan lopen. Hij weigerde de schuilplaats te vertellen en werd in koelen bloede neergeschoten.

Klein en groot liepen hand in hand en boden gezamelijk weerstand en de Duitsers gingen maar driester en driester te werk. Op 6 september werd een grote groep Duitsers in Westerlo onder vuur genomen door geallieerde vliegtuigen met zware verliezen ten gevolg. De resterende groep kwam aan in Zammel en werd nieuwschierig bekeken door enkele lokale bewoners. Drie personen werden promt als spionnen gearresteerd en meegenomen. Een onderoffcier joeg ze iets later een veld in om ze daarna neer te maaien met zijn machinegeweer. Hij nam zelfs de tijd om elk van hen een genadeschot te geven. Ook in Ten Aard werden twee mannen op eenzelfde wijze doodgeschoten  toen ze betrapt werden op het verwijderen van rommelasperges. De man die de doodskisten had gemaakt, verklaarde achteraf dat hij bij de zoon zeker 21 kogelgaten telde en bij de vader 19. De Duitsers vernietigden op hun terugtocht ook alle bruggen.  Kort nadat ze de brug overstaken van Het Punt en deze  nabij Stelen, bliezen ze beide bruggen over het Albertkanaal op. De brug nabij Stelen werd nadien nog verder in brand gestoken met stro zodat ze zeker onbruikbaar was. Duitsers die achteraf nog aankwamen aan het kanaal werden met een zelfgemaakt vlot nog over het kanaal getrokken.



In de avond van 5 september 1944 kregen de Duitse troepen aan het Albertkanaal versterking. Deze werden grotendeels aangevoerd met in beslag genomen autobussen. Enkele artilleriestukken werden ook opgesteld waaronder 1 op het hoogste punt van de nog overblijvende brug te Stelen. Ze waren nu klaar voor de aanval die plaats zou vinden in de nacht van 7 op 8 september. Deze zou uitgevoerd worden door het 50th Northumbrian Infantrie Divisie


Het 50ste Northumbrian Divisie op zijn weg naar het Albertkanaal via Oosterlo. Foto © GG / IWM




Geel-Stelen

       

De aanwezige troepenmacht aan weerskanten van het kanaal liet duidelijk vermoeden dat er een nakende strijd ging plaatsvinden. Duitsers hadden zich overal langsheen het kanaal ingegraven en lagen klaar om een oversteek van het kanaal te voorkomen. In de nacht van 7 op 8 september was het zover. De Engelse verkenners wisten een goede locatie te vinden voor de oversteek. Ze werden hier geholpen door de leden van het verzet om een goede plaats te kiezen. De eerste oversteek werd kort na middernacht uitgevoerd door 69ste Brigade aan Geel-Punt. Met behulp van aanvalsbootjes konden ze ongezien het kanaal oversteken. Elk bootje bevatte 8 man en zo werden er toch een tiental bootjes gebruikt. Het was pas bij het eerste licht dat de Duitsers doorhadden wat er was gebeurd. Ze kwamen allemaal uit hun schuilplaatsen en zorgden voor heel wat weerstand. De Green Howars zaten vast. Later die dag werd een tweede oversteek gepland en dit nabij Stelen. Deze zou uitgevoerd worden door de 51ste Brigade.




Aanvoer van aanvalsbootjes naar het kanaal. Elke boot bevatte een 8 man. Foto © GG / IWM


Eenmaal aan de overkant verspreidden de brigade zich naar links en rechts. Er vonden enkele hevige gevechten plaats maar de Duisters moesten zich al gauw gewonnen geven en hergroepeerden zich meer naar het Centrum toe. Duitse scherpschutters werden her en der achtergelaten en maakten heel wat slachtoffers. Inmiddels konden ook Engelse tanks het kanaal  oversteken en de linies versterken. Een 88mm geschut zorgde voor heel wat problemen aan het kanaal. Het wist keer op keer de Engelse ingenieurs onder vuur te nemen waardoor deze de bouwwerken moest staken. De Engelsen wisten echter een deel van het centrum te veroveren en posisties ten zuiden van Geel te nemen.


Vele families verlieten hun kelders en probeerden het Centrum te bereiken. Een groep van 20 personen liep zo recht op een Duitse hinderlaag. Verschrokken vertraagden ze en keken de vijand recht in de ogen terwijl ze schuivend voorbij deze soldaten gingen. Zonder waarschuwing stond 1 van deze soldaten op en besloot alsnog zijn lader leeg te schieten in de rug van deze burgers. Enkelen bleven levenloos liggen anderen durfden niet meer te bewegen tot de volgende ochtend.

In een kelder van een woning, gelegen aan het Punt, speelde zich een totaal ander verhaal af. Hier kwamen enkele Duitsers samen met de burgerbevolking schuilen. Er werden tevens enkele Engelsen krijgsgevangen binnengebracht. De Duitsers hadden een woordenwisseling waarna ze prompt hun geweer afgaven aan de verbaasde Engelsen.     

De Engelse troepenmacht was nu talrijk aanwezig aan de overkant van het kanaal en verkenners waren inmiddels aan de Poyelstraat. Een brug was noodzakelijk en aan het Punt werd een pontonbrug gemaakt ter hoogte van de Oude Steenweg.




Duitse troepen lagen nog her en der verspreid en zorgden nog op verschillende plaatsen voor verliezen onder de geallieerden. In Winkelomhei in de Scheplakenstraat werden enkele artilleriestukken opgesteld en zochten  soldaten beschutting in woningen. Ze waren uiterst zenuwachtig en ook hier moest de burger het bekopen. Een boer die even uit zijn schuilplaats kwam kijken, werd prompt neergeschoten. Een andere boer die zijn vee nog wilde redden, moest dit ook met zijn leven bekomen. Echter niet alleen de Duitsers zorgden voor doden. Een Engelse granaat viel zo recht op de schuilplaats van een familie. Zo goed als alle leden van deze familie werden gedood.  De Engelse bommen bestreken inmiddels ook het Centrum van Geel en zo kon de slag om het Centrum beginnen.




Geel-Centrum


De echte gevechten in het Centrum van Geel namen een aanvang rond 10 september. De burgers daar waren reeds op de hoogte van een nakende bevrijding maar voorzichtigheid was nog steeds nodig. Zo werden op de Pas 2 burgers gedood door een inslaande granaat. Vele Duitsers namen stelling in de woningen waardoor deze vaak in puin werden geschoten. 88mm geschut werd opgesteld aan de diverse toegangswegen van het Centrum waaronder ook aan het Zonneke in de Waterstraat, waar een hevige strijd losbarstte. Op de Pas tegenover de Rijkskolonie werd ook een kanon opgesteld.  De St.-Amands kerktoren was een ideale uitkijkpost voor Duitse waarnemers en mening burger hoorde deze waarnemers posities van de Engelsen naar beneden brullen.


Uitzicht richting Stelen. De kerktorens waren de ideale uitkijkpost, maar ook de eerste gebouwen die onder vuur werden genomen. Op zondag 10 september wist een grote Duitse officier enkele tientallen soldaten te verzamelen op de Markt aan de kerk. De waarnemer in de kerk brulde “Hern offizier, hern offizier,  passen Sie auf, einen panzer! Zijn woorden waren nog niet koud of een granaat afgeschoten door een Sherman sloeg in nabij deze groep soldaten. Nadat de rook ging liggen, bleef er enkel een hoopje kermende soldaten over. Foto © GG




Het Centrum werd op 10 september bestookt met honderden granaten, de gebruikelijke voorbode van een Engelse aanval. Er was geen man meer buiten te bespeuren behalve enkele groepjes Duitsers die zich langsheen de gevels in allerijl terugtrokken. Deze groepjes werden steeds talrijker in aantal en plots kon men drie Engelse tanks het Centrum zien binnenrijden. Deze werden vergezeld van enkele dappere soldaten met machinegeweren. Het Centrum was nu bevrijd, het gemeentehuis werd ingericht als geallieerd hoofdkwartier en de Belgische vlag wapperde er. De Engelse soldaten die in de kelder opgesloten zaten, werden nu vervangen door Duitse krijgsgevangenen. Enkele Belgische verzetsstrijders namen ook een bureau voor hun rekening. Voor het gemeentehuis verzamelde zich al een kleine massa en er werd volop gedronken en gerookt. Wapens werden uitgedeeld aan wie dit maar wilde en bij gebrek aan armbanden werden zakdoeken rond de arm gebonden. Intussen arriveerden ook de eerste gevangengenomen “zwarten” . De vreugde zou echter maar van korte duur zijn.

Berichten sijpelden binnen dat de Duitsers standhielden in het noorden van het Centrum en plots was er ook sprake van een tiental  Duitse tanks.


Een vernielde Duitse Jagdpanther aan de Doornboomstraat in Geel. Deze zware Duitse tankjager maakte deel uit van 1. Kompanie, schwere Panzer-Jäger Abteilung 559 en werd vernietigd door een Shermantank van de Sherwood Rangers onder leiding van Major Erich Sattler. Deze monsters waren beduchte tankjagers. Ze waren gewapend met een 88mm kanon en had vijf bemanningsleden. Foto © IWM



Een tiental Duitse Jagdpanthers konden een oostelijke omsingeling van het centrum door de Engelse tanks voorkomen. Er volgde een kleine tankslag waarbij de geallieerden het onderspit moesten delven. De Jagdpanthers ondersteund door Duitse Fallshirmjagers wisten de Engelsen weer terug te drijven tot aan het Albertkanaal. De Belgische vlaggen werden in allerijl terug binnengenomen. Huizen met wapperende  Belgische vlag werden onherroepelijk in brand gestoken. De Duitsers konden heel wat Engels materiaal in beslag nemen en zo was zelfs sprake van enkele vernuftige Duitsers die een Engelse Shermantank wisten te veroveren en met deze zonder veel probleem tot aan de oevers van het kanaal konden rijden. Een schot op de voorlopige brug verraadde hen en al gauw werden ze uitgeschakeld.   







Foto Duitse Fallshimjager. Deze elitetroepen werden ingezet om de Engelsen terug te drijven naar het kanaal.

Ze waren gekend voor hun moed en doorzetting.  Deze Fallshimjager, Heinz Köhne bevond zich in een café toen plots een Engelse tank tevoorschijn kwam. Hij dronk zijn glas leeg en schakelde eigenhandig de Shermantank uit met een Pantserfaust. Achteraf ging hij terug het café binnen om nog iets te drinken. Hij zou in totaal drie tanks eigenhandig uitschakelen. Lees zijn verhaal hier. Foto © CVK / GG









Het was inmiddels 12 september en het centrum van Geel was grotendeels weer in handen van de Duitsers. Op de Pas bleven echter enkele Engelsen dapper weerstand bieden en konden ze een aantal aanvallen afwenden. De Pas zou vol gelegen hebben met Duitse lijken. Diezelfde dag werd een bevel gegeven dat alle mannelijke burgers tussen 15 en 65 jaar onmiddellijk richting Turnhout moesten vertrekken over het Kempische Kanaal. Elke ziel van deze groep, die achterbleef, zou zonder pardon vanaf 19:00h neergeschoten worden. Alle schuilkelders werden ontruimd en de gewonde Engelsen werden opgeladen. Als een kudde vee begaven ze zich richting Ten aard. Rond de avond was het centrum van Geel weer het doelwit van menig artilleriegeschut. Men wist niet of het van de Engelsen of van de Duitsers kwam. Zo zag men die avond ook de St.-Dimphnatoren in vlammen opgaan. Niemand durfde zich buiten begeven uit angst neergeschoten te worden. Tot hun grote verwondering bleken de Duitsers de volgende morgen verdwenen te zijn. Ze waren allen teruggetrokken achter het Kempische Kanaal.   

De echte strijd begon daar pas echt…





Op 15 september werden de meeste Geelse burgerslachtoffers ten ruste gelegd in een gemeenschappelijk graf achter het kerkhof van St.-Dimphna. Heel veel Gelenaars kwamen een laatste groet brengen. Op 2 oktober werd nogmaals een plechtigheid gegeven en ditmaal in aanwezigheid van Kardinaal Van Roye. Foto © CVK / GG











Geel was zwaar getroffen: minstens 270 totaal vernielde woningen en 350 zwaar beschadigd en minstens 2000 licht beschadigd. De toren van de St.-Dimphnakerk was helemaal uitgebrand, de St.-Amandskerk vertoonde gelukkig enkel wat inslagen rond de galmgaten. Heel het grondgebied Geel lag bezaaid met lijken en voorlopige militaire begraafplaatsen schoten als paddestoelen uit de grond. 




Kerkhof van St.-Dimphna. Men kan duidelijk zien dat de toren van de kerk volledig afgebrand is.

Deze werd ongetwijfeld beschoten zodat hij niet als observatietoren kon gebruikt worden.

Foto © GG / CVK


















Voorlopig kerkhof te Hannekenshoek (links) en voorlopig kerkhof te Zammel (rechts).

Foto © GG / CVK

















Ook de Duitsers kregen een voorlopige begraafplaats aan de Sanodreef in Geel (foto links) en nabij Stokt. Het verzamelen van alle gesneuvelden ten velden kort na de oorlog, werd ondermeer uitgevoerd door een groep van mannen uit Hertentals (foto rechts). 

Foto © GG / CVK



Uiteindelijk kwamen de meeste geallieerde gesneuvelden van de Slag om Geel terecht op het militair kerkhof aan de Tweeboomkes te Geel (foto boven) en op het militair kerkhof te Kasterlee (foto beneden) . Deze begraafplaatsen zijn er nog steeds.

Foto © GG / CVK





Op zondag 17 september werd werd Geel opgeschrikt door een enorm geronk. Plots was heel de lucht gevuld met geallieerde toestellen. Operatie Market Garden ging van kracht en Geel was het "initial point", het richtpunt voor de luchtlandingsdivisie. Vanaf het ogenblik dat Geel werd bereikt, wijzigden de onverschrokken Dakotapiloten hun koers naar het noord-oosten en werd de tien minuten durende "final run" ingezet naar de dropzones in de omgeving van Eindhoven.  Deze "final run" liep pal boven bezet gebied. Ook het gebied ten noorden van het Kempisch kanaal was nog stevig in Duitse handen waardoor vele vliegers werden neergeschoten. Dit tafereel was echter zeer goed voor het moraal van de bevolking. Vele Gelenaars dachten toen ongetwijfeld dat de oorlog zeker niet lang meer kon duren. Het was een "machtig" tafereel.





















 



Luchtarmada's met aan boord de beroemde Amerikaanse 101st Airborne Division, de Screaming Eagles, zichtbaar vanop de markt in Geel.

Foto © IWM / GG / CVK

 



Helaas bleek het tegendeel waar te zijn. De strijd ging onvermoeid door in Geel Ten-Aard.


De slag om Geel is op vlak van militair standpunt minder bekend daar het zo goed als nergens vermeld wordt in boeken. Echter voor de soldaten die hier vochten, heeft deze slag een diepe indruk achtergelaten. In Geel laaide immers de gloed van de oorlog weer op en vele Gelenaars kwamen hierbij om het leven.
























Wie kan deze verschrikkelijke periode beter vertellen dan zij die erbij waren.

Klik zeker ook op de getuigenissen van: